Het schip heeft grote zlen. | grote |
We zn er nog lang niet. | we |
Ik ben bl, want morgen begint de vakantie. | ik ben |
Er zit een lster in de tuin. | een |
Over vier minuten is het vf uur. | uur |
Achter ons huis zijn wlanden. | de |
We reizen met de trn. | de |
Vandaag hebben we vr. | |
In m leggen alle vogels een ei. | in |
Lust je rads? | |
Ja, maar ik lust liever een sje. | een |