Taal groep 5 - nummer 14

  
Taal groep 5 Taal groep 5


 Maak woorden met : hoek - steen - bel - vuil - lamp - pad
straat: straathoekstraatsteenstraatvuil
fiets: fietsbelfietspadfietslamp
 Maak zelf woorden met : plank - smeer - voetbal - mes - bruin - lepel
brood:
schoen:
 Maak zelf woorden met : schoen - arts - bal - adres - steun - afval
hand:
huis:
 Maak zelf woorden met : geld - gas - traan - vuilnis - lamp - vlam
zak:
gas:


 Ga zo door. Denk goed na!
stokenik stookhij stooktHij heeft een vuurtje gestookt.
rokenik hij Mijn opa heeft vroeger gerookt.
lopenik hij Zij is toen naar huis gelopen.
dromenik hij Hij heeft van haar gedroomd.
knopenik hij Ik heb een paalsteek geknoopt.
borenik hij Ik heb een klein gat geboord.
kopenik hij Ik heb schoenen gekocht.