Taal groep 5 - nummer 04

  
Taal groep 5 Taal groep 5

 Welk woord hoort er het minst bij?
kasteel:poort - torens - dikke muren - telefoonde
auto : wielen - banden - ploeg - stuurde
metalen: hout - goud - ijzer - zilverhet
klas:platen - bord - boeken - brandweerde
bomen : eik - beuk - wilg - leliede
dranken : wijn - olie - bier - limonadede
boer : ploegen - oogsten - metselen - melken

 Ga zo door.
ik beginbeginnenik vindvinden
ik fluit ik scheld
ik verdwijn ik zie
ik verzorg ik mag
ik praat ik draag

 Vul goed in.
fiets - mee - rent - zwembad - water - kleedt - duikt
Niels gaat naar het .
Hij rijdt er op de naar toe.
Vlug hij zich uit.
Hij naar het bad.
Met een vaart hij erin.
Brrr! Wat is het koud.
Maar op den duur valt het wel .

 Schrijf het meervoud op.
de voetbal de de strobaalde
de klasde de naamde
de vlagde de prijsvraagde
het wijnglasde de haasde
de tasde de baasde

Taal op maat 2