Taal groep 5 - nummer 03

  
Taal groep 5 Taal groep 5

 Ga zo door.
bankjebankplankjeplank
fietsjekraantje
lepeltjebloempje
duifjeflesje
vliegjeglaasje

 Ga zo door.
hele werkwoordnu - tegenwoordige tijdvroeger - verleden tijd
vernielenhij vernieltHij vernielde gisteren een prullenbak.
vergetenhij Mijn moeder vroeger bijna nooit iets.
verdwalenhij verdwaaltHij in het bos bij Apeldoorn.
verzinnenhij Zij een schitterend verhaal.
verknoeienhij Zij de tekening met het kleuren.
verzwijgenik Ik het lage cijfer.
verliezenhij Hij zijn portemonnee.
verdrinkenhij Hij in de rivier vlakbij de brug.
vertrekkenhij Zij voor een wereldreis van een jaar.
verkopenhij Je die fiets veel te goedkoop!
verzoekenhij Hij verzocht om stilte.
verbouwenU Deze boer vroeger alleen maar maïs.

Taal op maat 2