Taal groep 5 - nummer 01

  
Taal groep 5 Taal groep 5


 Kies het goede woord uit.
dadelijk - smakelijk - lelijk - moeilijk - eindelijk - vriendelijk - gevaarlijk
Die som is niet .
Een pistool is .
De man zat te eten.
Hij keek me aan.
Een varken is een dier.
Je moet nu komen.
We hebben vakantie.


 Kies het goede woord uit en vul het in.
paden - padden We liepen over brede .
manen - mannen Een leeuw heeft lange .
roken - rokken Die vrouw draagt meestal lange .
tonen - tonnen In het pakhuis stonden lege .
boten - botten In de verte zie ik veel dobberen.
maten - matten Veeg je voeten af aan die .

Taal op maat 2