Taal 4 - nummer 29b

  
Taal Taal

 4. Vul in.Taal Taal = ei Taal Taal = ij.
In de maand mTaal leggen de meeste vogels Taal tjes
Lust je graag een Taal sje?
Er loopt een koe op de dTaal k.
Het was een fTaal ne middag.
In onze tuin staan allerlTaal bloemen.
Er groeien ook populieren en Taal ken.
Ga je mee een Taal nd wandelen?
WTaal zTaal n blTaal .

 5. Ga zo verder.
ik vangvangen ik spring ik schil
ik ruik ik zing ik lijd
ik bijt ik scheld ik strijk

 6. Verdeel in lettergrepen.
grootvader groot-va-der leesboek
rekenboek slagroom
knopen tuinstoel
waterval kaasschaaf
asbakje vlieger
wintersport zakdoekje

Taal