volgende
nog een keer
Taal 4 - nummer 26b
4. Welke woordjes rijmen op elkaar?
land - trui - kraag - boog - krap - kapper - zaag - zorg
knap
krap
hand
dapper
oog
maag
traag
lui
tong
5. sch of schr ?
Ik veeg de stoep
oon.
schoon
eeuw niet zo hard.
De jager
oot de haas dood.
Jan
ok van de klap.
Je knipt met een
aar.
Loop niet zo
eef.
Je moet de stoep flink
obben.
6. i of ie?
Ik kreeg een trap tegen mijn kn
.
In de tuin staat een popul
r.
Dat is een oude locomot
f.
Ze heeft een vlek op haar k
n.
De mus sj
lpt.
Heb je het naar je z
n?
Mies sch
lt de appels.
We gaan op reis met een vl
gtuig.
We hebben een grote famil
.
controleer
Hint
OK
volgende
nog een keer