Taal 4 - nummer 20b

  
Taal Taal

 4. Kies goed uit.
spitten - bakken - timmeren - schrijven - borstelen - zemen - schilderen - schaven
Een hamer om te .Een pen om te .
Een pan om te . Een kwast om te . (verven)
Een spa om te . Een borstel om te .
Een schaaf om te . Een zeem om te .

 5. Schrijf over.
vlees flink zwart
vlak fles zwerm
vlam flauw zwemmen
vlot flessen zware

 6. Kies eerst het woord uit. Vul dan pas in.
insect - honing - bijenkast - imker - was
In een bloem zit .
Een bijenhouder heet ook wel .
Een bij is een .
Van stuifmeel maken de bijen .
Er wonen veel bijen in een .



Taal op maat 2