Taal 4 - nummer 19a

  
Taal Taal


 2. Zet de woorden in het goede rijtje.
stoep - plank - ster - plant - ploeg - stapel - flink - klank - plein - stal - blank
bank steenplaat

 3. Ga zo door.
horenik hoor
lopen ik slepen ik
geloven ik praten ik
raken ik duwen ik
doven ik lenen ik

Taal op maat 2