Taal 4 - nummer 15b

  
Taal Taal

 4. Kies uit:
wijn - zeilen - spatbord - zoeken - lamp - huilen
aan mijn fiets zit een .
in de kamer hangt een .
lust je een glaasje ?
het meisje liep te .
je moet heel goed .
jan ging op het meer .


 5. tel de letters.
zeis - stok - zwaar - stomp - ziek - sterk - zacht - lach - speer - goot - muts
woorden met 4 letterswoorden met 5 letters.


 6. Schrijf over.
de zool van mijn schoen is stuk..
de wieken van de molen draaien erg snel nu..
een appel eten is gezond. .
ik koop dat boek bij deze boekwinkel. .

Taal