Taal 4 - nummer 15a

  
Taal Taal

 1. Overschrijven.
kijk eens naar buiten! !
zie je het? ?
de winter is voorbij. .
de sneeuw is verdwenen..
het ijs is gesmolten. .
in de tuin bloeien krokussen.
maar pas op! !
trek je jas nog niet uit. .
er waait nog een gure wind. .
pas op, anders vat je kou! !


 2. Ga zo verder:
de sokken de sok de muren de
de zeisen de de sommen de
de zeilen het de stallen de
de sturen het de slakken de
de zakken de de zagen de
de ballen de de kragen de


 3. Wat hoort bij kamer? - Wat hoort bij fiets?
tafel - bel - stuur - poef - rem - boekenkast - spatbord - wiel - stoel - zadel - klok - gordijn
de kamer de fiets
de de
de het
de de
de het
de het
het het

Taal