volgende
nog een keer
Taal 4 - nummer 14b
5. Vul goed in.
sjaak moet
bed.
de poes springt
de tafel.
ton klimt
de muur.
ik speel
de sneeuw.
de bel zit
het stuur.
ik loop vlug
school.
de appel was
oma.
ans straalt
geluk.
6. Kies eerst het woord uit - vul dan pas in.
in - naar - op - onder - met - naast
we gaan nu
huis.
is lisa ook bij jou
school?
de garage staat
ons huis.
bij de buren is de garage
het huis.
we gaan
vader op reis.
de duif zit niet
het hok.
controleer
Hint
OK
volgende
nog een keer