1. Goed overschrijven.

daar komt de melkboer aan.	.
wat zullen we bij hem kopen?	?
twee pakjes boter.	.
een half pond kaas.	. (= 250 gram )
een fles karnemelk.	.
ook een fles volle melk.	.
een flesje fijne slagroom.	.
en twintig eieren.	.
hoeveel zal dat kosten?	?
vraag dat maar aan mama.	.

2. Kies goed uit: ou of au.

doe niet zo flw.
in de winter is het kd.
er zit een gat in mijn mw.
de poes roept: miw.
in mijn taal heb ik nul ft.
dat is een hoog gebw.
in de broek zit een vw.

3. Ga zo verder.

wij vissen	ik vis	wij wassen	ik
wij vallen	ik	wij vegen	ik
wij knijpen	ik	wij leren	ik
wij breien	ik	wij rijgen	ik
wij zeuren	ik	wij krabben	ik
wij zeilen	ik	wij fietsen	ik

 controleer   Hint