Taal 4 - nummer 9a

  
Taal Taal

 2. wat kies je nu : ie of ei ?
een boer heeft soms een gt.
je geeft planten water met een gter.
aan een schip zit een zl.
twee erbij twee is vr.
pas op! dat is een rode mr.
dat hondje is maar kln.
de deur staat op een kr.

 3. welke woorden horen bij boerderij ? welke bij schip?
mast - stal - stuurhut - koe - hooivork - tractor - roer - dek - weiland - varken - laadruim - vlag
boerderij schip

Taal