Taal 4 - nummer 8a

  
Taal Taal

 1. Schrijf over.
er komt een boot aan..
hij vaart in een gracht. .
wie staan er op die boot? ?
sinterklaas en de pieten. .
sinterklaas met zijn staf. .
de pieten maken kunstjes. .
het paard is er ook bij. .
sint en piet komen op school. .
dat zal leuk zijn. .

 Kies uit en vul in:
marsepein - wieg - servies - tekendoos - school - baard - hooi
sinterklaas komt op .
hij is al oud; dat zie je aan zijn .
ik geef het paard wat .
voor mijn pop vraag ik een .
ik lust graag .
ik vraag ook een .
en ook een mooie .

 3. Schrijf met : i of ie.
wg brf knd
gter rm nts
servs wl fts
knpnwn

 4. Schrijf met: a of aa..
wgbrf kt
zkken zgen zd
zwrt drgen vrgen

Taal