Taal 4 - nummer 7b

  
Taal Taal

 5. Vul een woord in. Kies uit:
krijg - loop - krijt - moet - lach - roer - lees - zeem - leer - knoop
(lezen) ik in een boek.(roeren) ik in mijn pap.
(lachen) ik om een grap. (krijgen) ik wel eens straf.
(zemen) ik de ruit. (lopen) ik naar school.
(leren) ik mijn les. (krijten) ik op de muur.
(knopen) ik het touw. (moeten) ik naar bed.


 6. Wat hoort bij de auto? Wat hoort bij de tuin?
stuur - wiel - tulp - perk - rem - aster -gras - lamp - ruit - bladeren
auto tuin


 7. Schrijf steeds met ik.
eten ik vouwenik
vegen ik bouwenik
nemen ik kauwenik

Taal