Taal 4 - nummer 4a

  
Taal Taal

 1. Schrijf over.
nu is het herfst..
dat kun je buiten goed zien. .
de bladeren worden geel..
ze vallen af..
de wind blaast heel hard. .
het stormt ! !
de bomen worden kaal. .
trek nu je jas maar weer aan. .

 2. Kies uit :
vogel - vrucht - roofdier - boom - vis - bloem
een kers is een .
een eik is een .
een vink is een .
een aster is een .
een tijger is een .
een haai is een .

 3. Weet je dit? Vul dan verder in!
twee heren een heer wij zeggen ik zeg
twee weken een wij stappenik
twee strepen een wij lachenik
twee krammen een wij sparenik
twee zagen een wij zemenik
twee flessen een wij dansenik

Taal