Spelling in de lift - deel 7 plus werkboek blz. 10

Spelling in de lift - deel 7 plus werkboek blz. 10

Maak de volgende woorden langer. Denk aan voor- en achtervoegsels en pas de regels toe.

woon, kamer, hand, lang, vader, win, trek, man, over
Zet de eerste drie rijtjes op alfabet.

woonhuis		kamerstoel		handlanger
gewoon		slaapkamer		onhandig
woonkamer		babykamer		handzaam
woning		badkamer		behandeling

langzaam		vaderlijk		winnen
belang		peetvader		winst
belangrijk		voorvader		winbaar
urenlang		pleegvader		gewin

trekken		manlijk		overal
betrekt		bemannning		daarover
vertrek		manmoedig		voorover
onttrek		kopman		tegenover

Vul in.


1. Hassan is dapper.	Dappere Hassan
2. Die pil is bitter.	Een pil.
3. Die jongen is brutaal.	Een jongen.
4. Die jas is goedkoop.	Een jas.
5. Mijn schoen is kapot.	Een schoen.
6. Die kleur is lelijk.	Een kleur.
7. Die vent is gemeen.	Een vent.

Vul het goede woord in.

allemaal	In de dierentuin wordt een nieuw apenverblijf geopend.
binnenkort	Hij moet de dozen naar de garage sjouwen.
tevreden	De poes ligt naast de warme kachel.
helemaal	Mijn konijn is zwart, behalve haar neusje..
gelukkig	Ik heb de gestart, wij kunnen zo opstijgen.
motoren	Hij vindt zijn nieuwe baan heel erg leuk.