1. Deze doos is van kar-ton. | | |
2. Moeder kookt op het . |
3. Uit de komt rook. |
4. Ik glij van de . |
5. Boven je oog zit je . |
6. Tien + drie is |
7. Na dinsdag komt . |
8. Voor het raam hangt een mooi . |
9. De vrouw van een boer heet . |
10. Wij zijn met z'n elven. We vormen een . |
|