schreeuw | 1. Die zwarte vogel is geen meeuw maar een . |
spreeuw | 2. De kinderen speelden in de . |
eeuw | 3. Honderd jaar is een . |
meeuw | 4. De is de koning der dieren. |
leeuw | 5. Ik heb slaap, ik . |
schuw | 6. Onze poes is . |
sneeuw | 7. Boven het strand vloog een . |
geeuw | 8. Hij gaf een van schrik | |