Spelling in de lift - deel 5 plus werkboek blz. 24

  
 ..  ..  ..

 .. Vul het stripverhaal nog een keer in.
 ..
 .. ik  .. ?? waar  .. hij laat
 .. van  .. blijft  .. me in de
 ..  .. hij ? .. staan
 ..  ..  ..
 ..  .. weet je  .. toch maar
 .. je hem .. wat ik  .. naar .
 .. niet?  .. ?  ..


 .. Een verhaal.Vul een au- of een ou-woord in.
Buiten is de lucht . De zon lijkt wel van . De school
is van en het is er heel warm. Eigenlijk wil ik naar het zwembad
toe. Daar is het water nu lekker . Ik maak mijn werk heel
, want dan kan ik met gaan zwemmen. De sommen
zijn snel af. De juf kijkt ze na. Ze zijn allemaal .Ik moet ze heel
overmaken. Bah, wat vind ik dat !


 .. Vul au of ou in. Waar kun je dit niet invullen? Zet daar een x.
gzvvr
rw .. ht .. nw .. flw
wtww
 ..
kgbk
pskdsttklw
sdww