Je spreekt ons (bijna) hetzelfde uit, dus let op! - Vul steeds het goede woord in, je kunt kiezen uit:
uittrekken -
uitrekken -
reizen -
rijzen -
bereiden -
berijdenJe kunt dit elastiek ver
.
Je kunt je kleren
in de kleedkamer.
Wij
volgende week via Frankrijk naar Italië.
Het beslag voor de oliebollen moet een poosje
.
Ik moet het eten nog
, dus ik moet nu opschieten.
De wielrenners
de nieuwe fietsen, om te testen of ze echt sneller zijn.
Vul steeds het goede woord in, je kunt kiezen uit:
jouw bal -
een bal van jou -
uw pen -
een pen van u -
vijlen -
veilenIk kreeg een mooie
, toen kon ik scoren.
Is dit
? Of is die bal van je broertje?
Ik kreeg
, maar nu ben ik hem al kwijt.
Ik heb
gevonden.
Ze gaan alle schilderijen
op een grote veiling.
De metaalarbeider moest de braampjes nog (af)
, ze waren nog niet allemaal weg.
Vul steeds het goede woord in, je kunt kiezen uit:
pijl -
peil -
weide -
wijde -
krap -
krabHet
in de rivier de Rijn is nu heel hoog.
De
wees in noordelijke richting.
De koeien staan in de
.
Ik heb een
broek aan en geen skinny broek.
De
liep niet vooruit, maar zoals meestal opzij.
Mijn winterjas is te
geworden, ik moet een nieuwe hebben.