Vul het juiste woord in, je kunt kiezen uit:
het autootje - het blaadje - het kettinkje - het kastje - het pizzaatje
In heb de kopjes al in het gezet.
Op het stonden mijn naam en adres geschreven.
Ik heb het in de oven gezet.
Hij speelde met het van zijn neefje.
Ze droeg een met de naam van haar moeder.

Vul het juiste woord in, je kunt kiezen uit:
het feestje - het baby'tje - het radiootje - het paardje - het laatje
Het huilde, het kon de speen niet vinden.
We mochten rond de manege op het gaan rijden.
Het wordt gehouden in de feestzaal van hotel 'de Gouden Leeuw'.
Doe het van het bureau even dicht.
Het was wel handig, maar het geluid van het apparaatje was niet zo mooi.

Vul het juiste woord in, je kunt kiezen uit:
het raampje - het parapluutje - het mannetje - het puddinkje - het zinnetje
Het meisje had een in dezelfde kleuren als de paraplu van haar moeder.
Het aan het eind van het diner was werkelijk verrukkelijk.
Sluit het even, het tocht hier anders.
Het had maar vijf woorden.
Het droeg een enorme doos.