Kies het juiste woord:
de familie - de finale - het fornuis - de framboos - de fakkel - de fontein
Als we deze wedstrijd winnen staan we daarna in de .
Er staat een de op de pot met jam, frambozenjam dus.
Mijn oom is de aardigste van de , op mijn vader en moeder na dan natuurlijk.
De spoot helder water.
De brandt al een uur.
Zet de pan maar op het .