Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.

Vul de juiste werkwoordsvormen in: (Gebruik een woordenboek)

hele werkwoord	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
boycotten	ik boycot	ik	ik heb
brainstormen	ik brainstorm	ik	ik heb
checken	ik check	ik	ik heb
chippen	ik chip	ik	ik heb
crossen	ik cros	ik	ik heb

hele werkwoord	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
dumpen	ik dump	ik	ik heb
keepen	ik keep	ik	ik heb
kidnappen	ik kidnap	ik	ik heb
pushen	ik push	ik	ik heb
tanken	ik tank	ik	ik heb

hele werkwoord	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
berusten	ik berust	ik	ik heb
bestrijden	ik bestrijd	ik	ik heb
blijven	ik blijf	ik	ik ben
erkennen	ik erken	ik	ik heb
omkopen	ik koop om	ik	ik heb

hele werkwoord	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontvluchten	ik ontvlucht	ik	ik ben
groeien	ik groei	ik	ik ben
opvoeden	ik voed op	ik	ik heb
studeren	ik studeer	ik	ik heb
verzetten	ik verzet	ik	ik heb