Ontleden - groep 8 oefening 21

  
..Taal actief 4
Zoek de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend- en het meewerkend voorwerp.
MEEWERKEND VOORWERP (mwv.)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel waar de woordjes AAN of VOOR vóór kunnen zetten of
waarvoor we die woordjes kunnen weglaten - zonder dat daardoor de betekenis van de zin verandert.
Voorbeelden:
Moeder geeft aan de collectant twee euro. ..( de collectant = meewerkend voorwerp )
Moeder geeft de collectant twee euro.
..
Zijn oom bereidde voor ons een heerlijke maaltijd...( ons = meewerkend voorwerp )
Zijn oom bereidde ons een heerlijke maaltijd.
..
1. Ik mocht mijn oom een kaart sturen.
= pv. ( = persoonsvorm)
= ww.gez. ( = werkwoordelijk gezegde)
= ond. ( = onderwerp )
= lv. ( = lijdend voorwerp)
= mv. ( = meewerkend voorwerp)
2. Een voorbijganger vroeg hem de weg.
= pv.
= ww.gez.
= ond.
= lv.
= mv.
3. Mijn moeder bracht mij limonade.
= persoonsvorm
= ww.gezegde
= onderwerp
= lijdend voorwerp
= meewerkend voorwerp
4. De koning gaf de lakei een belangrijke taak.
= pv.
= ww.gez.
= ond.
= lv.
= mv.
5. Schrijf jij aan je broer een brief?
= persoonsvorm
= werkw.gezegde
= onderwerp
= lijdend voorwerp
= meewerkend voorwerp
6. De koks bereidden ons verleden week een heerlijk diner.
= pv.
= ww.gez.
= ondw.
= lijdend voorwerp.
= meewerkend voorwerp
7. Die journalist schreef na de wedstrijd een artikel.
= persoonsvorm
= werkw.gezegde
= onderwerp
= lijdend voorwerp
Deze zin heeft geen meewerkend voorwerp.
8. Een professor zal volgende week de plannen doornemen.
= pv.
= ww.gez.
= ondw.
= lv.
Deze zin heeft geen meewerkend voorwerp.
9. De postbode bracht mijn vader een belangrijk bericht.
= persoonsvorm
= werkw.gezegde
= onderwerp
= lijdend voorwerp
= meewerkend voorwerp
10. De kapitein geeft zijn bemanning enkele bevelen.
= pv.
= ww.gez.
= ondw.
= lv.
= mv.