Ontleden - groep 8 oefening 9

  
..Taal actief 4
Zoek de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.
1. Hebben jullie dat raadsel nu al opgelost?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
2. In de hevige strijd verloor de ridder zijn lans.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
3. De zon gaat iedere avond onder.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
4. Deze mooie plant heeft veel geld gekost.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
5. Gelukkig gaat de voorstelling vanavond door.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
6. Om half elf lag mijn vriendje nog in bed.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
7. Werd de zaal door één kachel verwarmd?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
8. Waarom smeert Kees zijn boterhammen niet?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
9. Waar zijn de dijken vannacht bezweken?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
10. Een straaljager kan in korte tijd om de aarde vliegen.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp