Ontleden - groep 8 oefening 8

  
..Taal actief 4
Zoek de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.
1. We lopen met de fiets.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
2. De stoelen hebben in de regen gestaan.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
3. De meisjes zullen een vrolijk lied zingen.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
4. Hij serveerde een drankje.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
5. De bakker heeft het brood bezorgd.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
6. De kip heeft een ei gelegd.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
7. Noteerde de beambte de gegevens?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
8. Liggen de boeken op tafel?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
9. Op de savanne brulde een leeuw.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
10. In de kamer hoorde je de telefoon rinkelen.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp