Ontleden - groep 8 oefening 7

  
..Taal actief 4
Zoek de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.
1. Er kwamen veel wandelaars voorbij.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
2. Waarom spreken jullie op fluisterende toon?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
3. Waar vingen zij die grote karpers?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
4. Draaide de stormachtige wind naar het westen?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
5. In deze buurt wonen mijn ouders.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
6. Uit zijn zak viel twee euro.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
7. Hoeveel kilometer leggen jullie per dag af?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
8. In de pauze kregen we een glas limonade aangeboden.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
9. Wanneer heeft Wim zijn excuses aangeboden?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
10. De fraudeur werd op staande voet ontslagen.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp