Ontleden - groep 8 oefening 4

  
..Taal actief 4
Zoek de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.
1. Mijn balpen schrijft niet goed.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
2. Die meisjes speelden op straat.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
3. De makelaar verkoopt veel woningen.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
4. De kachel brandt lekker.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
5. Lopen deze atleten de marathon?
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
6. De toeristen kochten enige souvenirs.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
7. De ratten vernielden de dijken.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
8. De favoriet verloor de wedstrijd.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
9. Hij kocht een fiets.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp
10. Veranderde de wind van richting?.
= persoonsvorm
= werkw. gezegde
= onderwerp