Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.

	1. Ik loop altijd naar school.
persoonsvorm =
onderwerp =

	2. Morgen hebben we vrij van school .
persoonsvorm =
onderwerp =

	3. En overmorgen hebben we een sportdag!
persoonsvorm =
onderwerp =

	4. Morgen gaan veel kinderen zwemmen in het nieuwe zwembad.
persoonsvorm =
onderwerp =

	5. De buurman loopt door de tuin.
persoonsvorm =
onderwerp =