Ontleden nummer 27

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
ontleden
Tip: Het lijdend voorwerp zoeken: Christel geeft haar broertje een cadeautje.
1 persoonsvorm = geeft
2 werkwoordelijk gezegde = geeft
3 onderwerp = Christel
Stel de vraag : Wat wordt door het onderwerp gedaan? / Wat geeft Christel? Antwoord : een cadeautje
4 lijdend voorwerp = een cadeautje.

1. Ik heb de struiken gesnoeid.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =

2. In het zwembad kregen de kinderen een ijsje.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =

3. Heb je die mevrouw netjes bedankt?
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =

4. De banketbakker heeft dertig taarten gebakken.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =

5. Dat meisje geeft een bakje water aan de kat.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =


paraplu7