volgende
=>
Ontleden nummer 26
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Tip:
Het lijdend voorwerp zoeken: Christel geeft haar broertje een cadeautje. 1 persoonsvorm = geeft 2 werkwoordelijk gezegde = geeft 3 onderwerp = Christel
Stel de vraag :
Wat
wordt
door het onderwerp gedaan? / Wat geeft Christel?
Antwoord : een cadeautje
4 lijdend voorwerp = een cadeautje.
1. Margriet koopt de nieuwe Libelle.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
2. Onze groep heeft vanmorgen een museum bezocht.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
3. De juf heeft ons een verhaaltje verteld.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
meewerkend voorwerp =
lijdend voorwerp =
4. De vrijwilliger heeft de zin aan de cursisten uitgelegd.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
meewerkend voorwerp =
lijdend voorwerp =
5. De inbrekers hebben gouden ringen gestolen.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
controleer
Hint
OK
volgende
=>