volgende
=>
Ontleden nummer 13
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
(
Let op!
Het woordje
te
voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde.)
1. Hij lag heel tevreden te slapen.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
2. John koopt een spannend boek.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
3. Wij hebben trouwens allemaal leuke boeken gekocht.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
4. Hij heeft een prachtige voorzet aan zijn vriendje gegeven.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
5.Mijn vader zou vorige week mijn achterlicht al maken.
persoonsvorm =
werkwoordelijk gezegde =
onderwerp =
controleer
Hint
OK
volgende
=>