1. Bereken het verschil van 760 en 289
    1.   1049
    2.   471
    3.   949
    4.   481
  2. Janneke heeft 53 knikkers meegenomen van huis. Zij verliest er 24.
    Hoeveel knikkers houdt zij over?
    1.   39
    2.   31
    3.   29
    4.   77
  3. Elsbeth, Beyza en Vera verdelen de € 12,- die ze verdiend hebben.
    Hoeveel euro krijgt ieder?
    1.   € 6,-
    2.   € 24,-
    3.   € 4,-
    4.   € 36,-
  4. We kopen een waslijn is 3 meter lang. Ik knip er 3 dm vanaf.
    Hoelang is mijn waslijn nu?
    1.   33 dm
    2.   27 dm
    3.   90 dm
    4.   25 dm
  5. Het pad naar de sporthal is 58 m lang en 3 m breed.
    Wat is de oppervlakte van dit pad?
    1.   61 m²
    2.   122 m²
    3.   172 m²
    4.   174 m²
  6. 17 juni valt op een zondag.
    Op welke dag valt dan 25 juni ?
    1.   zondag
    2.   maandag
    3.   dinsdag
    4.   woensdag
    5.   donderdag
    6.   vrijdag
    7.   zaterdag
  7. Op onze sportclub zaten 10 jaar geleden 4.364 leden.
    Volgend jaar hopen we de 5000 te halen.
    Hoeveel mensen zouden er dan bij gekomen zijn ?
    1.   5636
    2.   636
    3.   663
    4.   4364
  8. Annemarie moet € 16,40 betalen.
    Zij heeft maar € 10,- .
    Hoeveel geld komt zij te kort ?
    1.   € 6,40
    2.   € 3,60
    3.   € 5,40
    4.   € 4,60
  9. Peter heeft 114 voetbalplaatjes. Van zijn oom krijgt hij er 46 bij.
    Hoeveel plaatjes heeft hij nu ?
    1.   150
    2.   156
    3.   160
    4.   68
  10. Tanja heeft in haar portemonnee:
    1 munt van 50 eurocent
    2 munten van 20 eurocent
    1 munt van 5 eurocent
    en nog 1 muntje van 2 eurocent.
    Hoeveel geld heeft zij in haar portemonnee?
    1.   € 0,77
    2.   € 1,29
    3.   € 0,97
    4.   € 1,34