werkwoorden nummer 8 - tegenwoordige tijd ( tijd van nu) - [gebruik de TAB toets]

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
paraplu7
Zet in alle zinnen in de tegenwoordige tijd:

beloven - Joris aan Marjolein dat hij haar trouw zal blijven.
weven - Het oude vrouwtje een sjaal.
opladen - De advocaat de batterijen van zijn telefoon .
draven - Het paard over het strand.
verwaarlozen - Het gerucht gaat dat die moeder haar kinderen .
melden - De patiënt zich bij de balie van de dokterspraktijk.

likken - Het kleine meisje vrolijk aan haar ijsje.
wenden - Ik mijn gezicht af bij die hele spannende film.
dulden - De vader geen tegenspraak van zijn zoon.
afdekken - De kok de ovenschaal met plastic folie.
rusten - Opa even op een bankje tijdens de fietstocht.
hopen - Ik op een goed cijfer voor mijn toets.

aankloppen - De politie bij het huis van de verdachte .
oprichten - Wij volgend jaar samen een voetbalteam .
redden - De strandwacht de jongen uit de zee.
vergroten - Ik deze foto van Amerika op posterformaat.
bezetten - De studenten het plein voor het regeringsgebouw.
opvolgen - Meneer Jansen de voorzitter van de hockeyclub .

starten - Het nieuwe jaar met veel vuurwerk.
haken - Ronaldo zijn tegenspeler tijdens de aanval.
gillen - Als haar tas wordt afgepakt Claudia heel hard.
verhuizen - Mijn oom voor zijn werk naar een andere stad.
uitnodigen - Ik veel kinderen van de klas uit op mijn feestje.
handhaven - De meester de orde in de klas.

[ Werkwoordenblad van juf Hannah: nummer 8 tegenwoordige tijd ]