volgende
=>
werkwoorden nummer 8 - tegenwoordige tijd ( tijd van nu) - [gebruik de TAB toets]
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zet in alle zinnen in de tegenwoordige tijd:
beloven
- Joris
aan Marjolein dat hij haar trouw zal blijven.
weven
- Het oude vrouwtje
een sjaal.
opladen
- De advocaat
de batterijen van zijn telefoon
.
draven
- Het paard
over het strand.
verwaarlozen
- Het gerucht gaat dat die moeder haar kinderen
.
melden
- De patiënt
zich bij de balie van de dokterspraktijk.
likken
- Het kleine meisje
vrolijk aan haar ijsje.
wenden
- Ik
mijn gezicht af bij die hele spannende film.
dulden
- De vader
geen tegenspraak van zijn zoon.
afdekken
- De kok
de ovenschaal
met plastic folie.
rusten
- Opa
even op een bankje tijdens de fietstocht.
hopen
- Ik
op een goed cijfer voor mijn toets.
aankloppen
- De politie
bij het huis van de verdachte
.
oprichten
- Wij
volgend jaar samen een voetbalteam
.
redden
- De strandwacht
de jongen uit de zee.
vergroten
- Ik
deze foto van Amerika op posterformaat.
bezetten
- De studenten
het plein voor het regeringsgebouw.
opvolgen
- Meneer Jansen
de voorzitter van de hockeyclub
.
starten
- Het nieuwe jaar
met veel vuurwerk.
haken
- Ronaldo
zijn tegenspeler tijdens de aanval.
gillen
- Als haar tas wordt afgepakt
Claudia heel hard.
verhuizen
- Mijn oom
voor zijn werk naar een andere stad.
uitnodigen
- Ik
veel kinderen van de klas uit op mijn feestje.
handhaven
- De meester
de orde in de klas.
[ Werkwoordenblad van juf Hannah: nummer
8
tegenwoordige tijd ]
controleer
Hint
OK
volgende
=>