volgende
=>
werkwoorden nummer 3 - tegenwoordige tijd ( tijd van nu) - [gebruik de TAB toets]
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zet in alle zinnen in de tegenwoordige tijd:
blozen
- Het kleine meisje
als de jongen naar haar lacht.
niezen
- Ik
omdat ik verkouden ben.
reizen
- De circusartiesten
de hele wereld rond.
verhuizen
-
jij morgen al?
vrezen
- Ik
dat jij je werk opnieuw moet doen.
beven
- De bejaarden
van de kou.
durven
- Mijn moeder
best in die achtbaan.
geloven
- Mijn zusje
mijn verhaal niet.
leven
- Schildpadden
vaak erg lang.
proeven
-
de kinderen alles wat hun moeder maakt?
streven
- De regering
naar meer loon voor iedereen.
zweven
- De ballonnen
hoog in de lucht.
bewijzen
- Wij
dat we het eens zijn met deze actie.
blazen
- Het kleine meisje
een rode ballon op.
kiezen
- De jarige Job
iemand uit om te helpen.
lezen
-
jij ook zo graag van de boeken van Carry Slee?
wijzen
- De juf
de sommen aan die we moeten doen.
blijven
- Mama
op school om te helpen bij het lezen.
geven
-
opa mij een nieuwe vlieger?
graven
- Het konijn
een nieuw hol voor zijn kleintjes.
schrijven
- Het verliefde jongetje
een prachtig gedicht.
schuiven
-
je je stoel even aan?
sterven
- De oude vrouw
rustig in haar slaap.
zwerven
- De ontsnapte leeuw
ergens in de bossen.
[ Werkwoordenblad van juf Hannah: nummer
3
tegenwoordige tijd ]
controleer
Hint
OK
volgende
=>