volgende
=>
werkwoorden nummer 1 - tegenwoordige tijd ( tijd van nu) - [gebruik de TAB toets]
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zet in alle zinnen in de tegenwoordige tijd:
bouwen
- Het jongetje
een hoge blokkentoren.
breien
- Mijn oma
een mooie kabeltrui voor mij.
kleuren
-
de kleuters mooi binnen de lijntjes?
rekenen
- Wij
erop dat jullie op ons feest komen.
ruilen
-
jij weleens plaatjes met die jongen?
trouwen
- Mijn oom en tante
vandaag in Elst.
vieren
- Ik
mijn verjaardag dit jaar in juni.
zwaaien
- De koningin
vrolijk naar de mensen langs de kant.
bereiken
- De bouwers van de flat
het hoogste punt.
danken
- De voorzitter
de mensen voor hun inzet.
dansen
- De menigte
mee op de klank van het orkest.
eisen
- De advocaat
medewerking van de verdachte.
lachen
- Onze juf
eigenlijk nooit.
werken
-
jullie altijd goed door tijdens de rekenles?
duiken
- De vogel
het water in om een vis te pakken.
helpen
- Het lieve meisje
de oude man met oversteken.
kijken
- De kinderen
wel heel veel naar de tv.
roepen
- Mama
ons om te komen eten.
vliegen
- De vliegen
rond de afvalbak.
werpen
-
jullie je afval even in de prullenbak?
zwijgen
- De moordenaar
bij het horen van het vonnis.
brengen
- Ik
mijn zieke oma koekjes in een mandje.
denken
- Frans
niet goed na bij het schrijven van de brief.
zoeken
- Wij
naar een leuk cadeau voor dat baby'tje.
[ Werkwoordenblad van juf Hannah: nummer
1
tegenwoordige tijd ]
controleer
Hint
OK
volgende
=>