werkwoorden nummer 12 - tegenwoordige tijd ( tijd van nu) - [gebruik de TAB toets]

Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
paraplu7
Zet in alle zinnen in de tegenwoordige tijd:

bestuderen - De professor de ingewikkelde berekening.
betalen - De aardige man het brood voor de zwerver.
gebeuren - Op weg naar school er nooit iets.
regeren - De ministers over het land.
aanbranden - je eten , want ik ruik iets.
besteden - Mijn zus veel geld aan kleding.

bevrijden - Klein Duimpje zijn broers en zussen.
uitbroeden - De mannetjespinguïn het ei .
aanzetten - De oudere man de jongeren tot diefstal.
barsten - de schaal door de kou in tweeën?
schatten - Ik dat er zo'n 200 mensen zijn.
zuchten - De kinderen als ze weer huiswerk krijgen.

afbreken - De organisatie op zaterdag de kermis .
beginnen - De mensen heel hard te schreeuwen om eten.
liegen - Onze buurman over zijn nieuwe auto.
ruiken - Onze hond het als er een dief aankomt.
afsnijden - De coureur met grote snelheid de bocht .
aftreden - Als de koningin 75 jaar wordt zij vlak daarna .

gelden - Hier de algemene schoolregels ook.
uitvinden - Kees Karelsma iedere dag iets .
aanwijzen - De juf de goede sommen .
opblazen - De clown 6 gekleurde ballonnen .
doorgeven - jij even dat Ans ziek is?
opschrijven - De meisjes dat het bijna vakantie is.

[ Werkwoordenblad van juf Hannah: nummer 12 tegenwoordige tijd ]