Na een lange klank of tweetekenklank schrijf ik meestal een v of een z. Let op na een medeklinker!

de boeven - De werden tenslotte toch gearresteerd.
de brieven - Je moet de nog even naar de brievenbus brengen.
de dieven - De sloegen hun slag.
lieve - Jij hebt een oma.
blijven - Mag Justin slapen mam?

geven - Wij haar een mooi cadeau.
hoeven - Wij zulke sommen nooit als huiswerk te maken.
leven - Wij gelukkig in een vrij land.
schrijven - Kun jij mooi ?
verven - Wij onze voordeur donkergroen.

boze - De spelers kijken strak voor zich uit.
grijze - Ik heb een nieuwe jas.
de huizen - De in deze straat hebben allemaal een schuin dak.
de keuze - Dat lijkt mij een moeilijke .
onze - We mogen van buurvrouw in hun zwembadje spelen.

de prijzen - De van de benzine zijn weer gestegen.
de rozen - De staan al een week schitterend.
kiezen - Kon jij wel ? Het leek mij een lastige keuze.
lezen - Wij iedere middag op school.
wijzen - Kun je mij de Kerklaan ?