volgende
=>
Woorden bij spelling Taaljournaal - groep 5 week 31 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Hoor je na een korte klank
gggt
dan schrijf je
cht
.
Behalve in: hij ligt, hij legt, hij zegt.
de autopech
- Gelukkig hebben wij bijna nooit
.
het gelach
- Het
klonk door het theater.
de kachel
- De
staat al hoog, het wordt zowel warm.
het lichaam
- De zwemmer beefde over zijn hele
.
och
-
! ’t is niet alles goud wat er blinkt.
juichen
- De supporters stonden te
op de banken.
lachen
-
als een boer die kiespijn heeft.
achter
- De moestuin is
het huis.
het bericht
- Je kunt hier een
achterlaten.
dichtbij
- Het is echt heel
.
de ochtend
- Wij krijgen onze krant vroeg in de
.
de opdracht
- Heb jij je
al gemaakt?
prachtig
- Het belooft
weer te worden.
rechter
- De
moet maar beoordelen of het juist was.
rechtop
- Je moet goed
staan.
slechte
- Dat is een
gewoonte van mij.
vannacht
- Wij vertrekken
naar Duitsland.
vechten
- De dokters moesten
voor haar leven.
vluchten
- De
naar Amerika zijn goedkoper geworden.
wachten
- Je moet netjes op je beurt
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>