Hoor je een t aan het eind van een woord?
Maak dan het woord langer, zodat je een d of een t hoort.

de afstand - De naar Parijs is 450 kilometer.
de avond - De wedstrijd vindt in de plaats.
breed - Het lokaal is zes meter .
het geluid - Het was heel hoog, mijn moeder hoorde het dan ook niet.
koud - Ik had het heel erg tijdens de strandwandeling.

het strand - In de zomer ga ik af en toe met de fiets naar het .
verkeerd - Het antwoord bleek toch .
de wind - De suisde om mijn oren.
het zand - Het in de zandbak wordt volgende week vervangen.
de zeehond - De lag te slapen op de zandbank.

geschikt - Die tang is ook om dikke draden mee door te knippen.
de hut - De kinderen gaan een bouwen.
kapot - De dynamo van de auto is , daardoor is de accu nu leeg.
de landkaart - Het noorden is altijd aan de bovenkant van een .
het moment - Heeft u een ? Ik wil iets vragen.

de plaat - Het is een druppel op een gloeiende .
het riet - Het wordt één keer per jaar gemaaid.
de rust - Er is een optreden tijdens de van de wedstrijd.
de sloot - Hij probeerde over de te springen met een polsstok.
want - Ik ben mijn kwijt, terwijl het nu zo koud is!