Opdracht 1680 - 205 = ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 2 
Welk getal moet er bij de pijl staan?
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 3 
Het is nu tien voor zes.
Over hoeveel minuten begint het jeugdjournaal?
Over
minuten begint het jeugdjournaal.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 4 
Mijn broer en ik hebben van opa een groot cadeau gekregen.
Wat heeft opa hiervoor betaald?
Opa betaalde voor deze twee dozen €
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 5 
Bij de bloemist kopen mijn vader en moeder 4 dozen met viooltjes. Er zitten 15 plantjes per doos in.
Hoeveel viooltjes zijn dat bij elkaar?
In de vier dozen zitten
plantjes.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 6 
Twee van deze vijf getallen zijn
samen evenveel als
1000.
Welke getallen zijn dat?
en
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 7 
Hoeveel zegels zijn er nodig voor 5 volle spaarkaarten ?
Voor vijf kaarten heb je
zegels nodig.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 8 
Er liggen hier een heel stel munten. Voor hoeveel euro ligt hier?
Er ligt hier €
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 9 
Het recept voor deze macaroni voor
4 personen :
400 gram macaroni
500 gram gehakt
90 gram boter
2 blikjes tomatenpuree
1 pakje kruiden met zout
Ik moet macaroni klaarmaken voor
1 persoon.
Hoeveel gram gehakt heb ik dan nodig? Je hebt nodig :
gram
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 10 
Hoe lang is deze waterglijbaan?
Kies uit : millimeter, centimeter, meter, kilometer.
De glijbaan is 35
lang.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------controleer nu je antwoorden ---