Opdracht 1 
Jasper gaat verspringen. Hij haalt 205 cm ver
Dat is iets meer dan
m.
.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 2 
Welk getal moet er bij de pijl staan?
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 3 
De glazenwasser heeft een emmer met
10 liter water.
Hij gebruikt 1 dopje schoonmaakmiddel per 2 liter water.
Hoeveel dopjes schoonmaakmiddel doet hij in de emmer?
dopjes
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 4 
Ik heb 126 munten verzameld. Ik moet ze van de bank in zakjes van 20 munten doen.
Hoeveel zakjes kan ik dan vol maken?
Ik kan
zakjes vol maken.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 5 
De meisjes lopen bij de voetbaltraining altijd eerst 2 keer rond het veld.
Hoeveel meter hebben ze dan al gelopen?
Twee rondjes is
m.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 6 
Paardrijden kost € 6,00 voor een half uur.
Hoeveel kost het als je anderhalf uur zou willen rijden?
€
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 7 
Ik heb gehoord dat er 200 verschillende dierenplaatjes zijn.
Ik heb er al 57.
Hoeveel plaatjes zou ik dan nog kunnen sparen? Nog
dierenplaatjes.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 8 
Ik ben naar het strand en terug gefietst.
Je ziet de
beginstand en de
eindstand van mijn kilometerteller.
Hoeveel kilometer heb ik gefietst vandaag?
Naar het strand en terug is
kilometer.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 9 
Het recept voor deze macaroni voor
4 personen :
500 gram macaroni
500 gram gehakt
90 gram boter
2 blikjes tomatenpuree
1 pakje kruiden met zout
Ik moet macaroni klaarmaken voor
2 personen.
Hoeveel gram gehakt heb ik dan nodig? Je hebt nodig :
gram
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 10 
Ik wil dit biljet van 200 euro ruilen, want bij de kassa van de supermarkt mogen ze dit biljet niet aannemen.
Ik ga wisselen bij de bank.
Ik krijg van de bank 2 briefjes van 50 euro ( dat is dus 100 euro) en
de rest in briefjes van 20 euro.Hoeveel briefjes van 20 euro krijg ik dan nog ? Je krijgt nog
biljetten van 20 euro
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------controleer nu je antwoorden ---