Oefening 20 ( uit Cito 2014 - taal 4 )


Lees eerst de hele tekst

1

1 Hij klopte stevig op de blauwe deur. Ik ben
2 benieuwd, dacht Felix. "Binnen", riep een keurige
3 stem. Felix opende de deur voorzichtig. Hij stak
4 zijn hoofd naar binnen en zag een plechtige
5 grotemensenkamer. Een magere man zat achter
6 een mooi groot bureau. Felix wist meteen wie die
7 man was.
8 "Kom verder", zei de man. Felix liep door de
9 kamer, niet ver van het bureau bleef hij staan.
10 "Jij bent oom Pim", zei Felix.
11 "Zo mag je me noemen", zei oom Pim, "als je je
12 braaf gedraagt. Je moet me wel met 'u'
13 aanspreken."
14 Nu ontdekte Felix pas dat alle boeken die hij had
15 meegenomen in een paar keurige stapeltjes op
16 het bureau lagen. Hij zag De Artapapa's, De hut
17 van Oom Tom, Niels Holgersons wonderbare reis,
18 Pietje BelI's goocheltoeren, Okke Tannema. En hij
19 zag ook zijn goocheldoos en zijn dambord en het
20 houten doosje met damschijven. Al die spullen
21 hadden ze zonder het te vragen uit zijn rugzak en
22 koffers gehaald.
23 "Ik wou mijn koffers zelf uitpakken", zei hij, "en
24 mijn spullen zelf in mijn kast zetten. Anders moet
25 ik me suf zoeken wanneer ik een van mijn boeken
26 wil lezen." Nu lachte oom Pim, en Felix kon zien
27 dat de man twee grote voortanden had die zelfs
28 nu hij lachte nog over zijn onderlip hingen. Hij
29 was ook bijna kaal, alleen bij zijn oren zag hij nog
30 wat haar. "Je dacht toch niet", zei oom Pim, "dat
31 je een eigen kast hebt? Ze zijn zo vriendelijk
32 geweest om meneer zijn koffers voor hem uit te
33 pakken. Als je een schone onderbroek nodig hebt
34 of zo, dan kun je dat vragen. Trouwens: wat wil je
35 met al die boeken gaan doen?"
36 "Wat een rare vraag", zei Felix, "lezen natuurlijk."
37 "Allemaal?"
38 "Ik heb ze al gelezen en ik wil ze nog een keer
39 lezen, dat is pas fijn." Oom Pim zijn ogen waren
40 kleiner geworden. "Wat doet me dat nu plezier
41 om te horen", zei hij. "Ik heb nog een rare vraag:
42 wanneer ga je ons verrassen met een
43 goochelnummer?"
44 "Dat weet ik niet", zei Felix, "daar moet ik nog
45 even over nadenken."
46 "Je bent een eigenaardig ventje", zei oom Pim.
47 Felix grinnikte. "Dat hoor ik we! vaker", zei hij.
48 "We hebben nog meer gevonden", zei oom Pim.
49 "Een gevaarlijk mes, een gevaarlijke schaar, die
50 bergen we keurig voor je op. De boeken ook. Jij
51 hebt naar mijn idee meer boeken gelezen dan
52 goed voor je is. Ze hebben hier allemaal nuttige
53 karweitjes voor je, daar zul je flink van worden."
54 "Ik wil mijn boeken terug", zei Felix.
55 "Je krijgt ze allemaal terug", zei oom Pim,
56 "op de dag dat je vertrekt."
57 Felix wist niet wat hij moest zeggen. Wie kwam
58 hem helpen? Niemand natuurlijk. Zijn vader en
59 moeder voeren op een grote boot naar Amerika.