Woordenschat groep 5, 6 - nummer 003

Allerlei, verscheidenen, een aantal.
Stoppen met het werk, het werk onderbreken.
Snoeien, besparen, minder geld besteden aan.
De mensen die er werken, de werknemers.
De vakbeweging, organisatie van werknemers.
Het dundoek, een laken met een leus of een eis.
Verzetten, tegenstribbelen.
Nog niet zo lang geleden, kortgeleden.
De medewerker, het personeelslid.
Het nadeel, het verlies.
Mensen die allemaal hetzelfde beroep hebben.
Het is een drukte van belang.
diverse
staken
bezuinigen
het personeel
de vakbond
het spandoek
protesteren
onlangs
de werknemer
de schade
de beroepsgroep
het is heel druk.