Werkboek Taalverhaal.NU Groep 6 blok5 H10.7

  
TaalverhaalNU TaalverhaalNU

TaalverhaalNU2.
Lees de zin. Schrijf het persoonlijk voornaamwoord op en waar het naar verwijst.
De verkeersregelaars hebben hesjes aan. Zij zijn goed te zien.
Zij -->de verkeersregelaars
1. De kandidaat heeft een grijns op zijn gezicht. Het antwoord is makkelijk voor hem.
-->
2. Wij rijden langs een ongeluk. Het ziet er ernstig uit.
-->
3. Theo en Sem, pas toch op! Jullie gooien zomaar die fiets om.
-->

TaalverhaalNU4.
Maak de zin korter. Schrijf twee persoonlijke voornaamwoorden op.
Sjoerd en Nina zwaaien naar de mensen.
Zij zwaaien naar hen.
De clown geeft een ballon aan het meisje.
geeft een ballon aan .
Noa koopt een boek voor haar broer.
koopt een boek voor .
Esther en Sanne lachen om Max en Niek.
lachen om .
De boer verkoopt eieren aan mij en mjn moeder.
verkoopt eieren aan .

TaalverhaalNU5.
Is het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp in de zin?
Is het een onderwerp ? ja of nee
Wij dekken de tafel.
Morgen gaat het gebeuren.
Het vliegtuig vertrekt zonder ons.
Ik groet mijn buurman.
Die kisten zijn te zwaar voor jullie.