|
1. De stemmen van de kinderen galmen door de gang. | De stem van het kind door de gang. |
2. Aardappelen bevatten veel zetmeel. | Een aardappel veel zetmeel. |
3. Deze apparaten werken op zonnecellen. | Dit apparaat op zonnecellen. |
4. Grimeurs kunnen je gezicht erg veranderen. | Een grimeur je gezicht erg veranderen. |
5. Wij eten 's ochtends graag een beschuitje. | Ik 's ochtends graag een beschuitje. |
6. De kinderen kijken naar de aanleg van de weg. | Remo naar de aanleg van de weg. |