Werkboek Taalverhaal.NU Groep 6 blok4 H7.4

  
TaalverhaalNU Taal actief

Taal actiefSchoon water
Lees de tekst "Schoon water" (bladzijde 4 van maatschrift 6b). Let op de betekenis van de woorden.
Kies uit : exclusieve - troebel - wegens - gegarandeerd - ontbreekt
1. Mankeren; missen; er niet zijn.
2. Niet doorzichtig; niet helder; wazig.
3. Door(dat); vanwege.
4. Zeer bijzonder.
5. Absoluut zeker; beslist.

Taal actief1.
Vul het goede nummer in.
1. een reclame tekst 1. ik water erg lekker vind.
2. een instructietekst 2. ik iets te weten wil komen over het nut van schoon water.
3. een informatieve tekst 3. ik ben dol op douchen.
4. een verhaal 4. ik wil weten hoe ik water schoon kan maken.
1. Wat voor tekst is het? 2. Ik lees de tekst omdat : TaalverhaalNU

Taal actief2.
De tekst heeft drie alinea's. Zet achter elke zin of de informatie in alinea 1 of in alinea 2 staat.
a. De kinderen moeten vaak kilometers lopen met water. - alinea
b. De Marnixschool hield een sponsoractie. - alinea
c. Bijna honderd kinderen liepen een afstand met liters water. - alinea
d. Arme landen hebben een gebrek aan schoon drinkwater. - alinea
TaalverhaalNU
Vul in : waar / niet waar.
De tekst ging over:
over het nut van schoon water.
over landen waar niet genoeg schoon water is.
over een actie om geld op te halen.
over het bedrag dat opgehaald is.

Taal actief3.
Vind de betekenis van de blauwe woorden. Vul het juiste rode stuk in.
Als schoon water gegarandeerd is dan weet je beslist zeker / helemaal niet dat je het kunt krijgen.
Als iets ontbreekt dan is er niet genoeg van / is het gebroken.
Als er een tekort aan water is dan is er voldoende / niet genoeg water.
Als er geen vervoersmiddelen zijn, betekent dat dat er geen auto's, vliegtuigen en boten zijn / geen voer voor de dieren is.
Als iets exclusief is dan is het heel bijzonder / uitverkocht.
Troebel water is water dat doorschijnend / niet doorzichtig is.

Taal actief4.
Noteer het woord dat er niet bij hoort.
de lens: scherp zien - ondoorzichtig - het oog
ernstig: vrolijk - vervelend - erg
de waterleiding: buizen - kranen - electriciteit
het vervoersmiddel: rijden - varen - lopen.
de afstand: kilometers - zitten - van hier naar daar
de adapter: de kinderwagen - verbinden - stroom