Werkboek Taalverhaal.NU Groep 6 blok3 H6.2

  
TaalverhaalNUTaalverhaalNU TaalverhaalNU

TaalverhaalNU4.
Welk woord past erbij?
het ticket - jongleren - wijdbeens - de piste - insmeren
zonnebrandcrème - verbranden - felle zon - rode huid - zonnebaden
het vliegtuig - het theater - het kaartje
het circus - balletjes - acrobaat - entertainment - opvangen
skiën - wintersport - het circus - blauwe - rode - zwarte
André van Duin - onervaren skiër - uit elkaar

TaalverhaalNU5.
Vul het goede woord in.
verroeren - de tropen - parcours - afleggen - uitdaging - zonnebaden
'Kom schiet op. We moeten nog het halve .'
'Nee hoor, die is mij te groot.
Voor mij is het hier in veel te warm.
Nee, ik heb het wel gezien, ik ga lekker .
En de komende uren ga ik mij absoluut niet meer .'

TaalverhaalNU6.
Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord. Zet het vóór het zelfstandig naamwoord.
1. ervaren a je hebt iets vaak gedaan en bent er daardoor goed in.
2. ravotten b wild spelen
3. de thuis wedstrijd c tegen anderen zeggen wat er moet gebeuren
4. de leiding hebben d je zo gedragen
5. je op een bepaalde manier opstellen e wedstrijd op eigen terrein